Leerverslag Religieus Pluralisme
Leerverslag Religious Pluralism
Dit paper is een verslag over wat ik onder andere allemaal geleerd heb in het blok Religieus Pluralisme, welke ik in de derde periode gevolgd heb.
Inhoud
H1: Inleiding
H2: Basisvragen in de antropologische kijk naar religieus pluralisme.
H3: Onderdelen van religieus Pluralisme
H4: Religieus Pluralisme en Anouska
Literatuur
H1: Inleiding
Dit paper is een verslag over wat ik onder andere allemaal geleerd heb in het blok Religieus Pluralisme, welke ik in de derde periode gevolgd heb. In dit paper zal ik eerst behandelen welke onderwerpen er in de colleges en in de literatuur aan de orde zijn gekomen. Dit komt tot uiting in hoofdstuk twee waarin de basisvragen over religieus pluralisme aan de orde komen en de onderliggende vooronderstellingen. In hoofdstuk drie zal ik verschillende onderdelen die te maken hebben met religieus pluralisme behandelen en aan elkaar relateren. Dit zijn de deelonderwerpen die per week stuk voor stuk behandeld werden in de literatuur. Dit eerste deel is eigenlijk meer een soort overhoring of ik alles wel goed gelezen en begrepen heb. In het tweede deel, ook wel hoofdstuk vier, wil ik aan de orde stellen wat ik zelf opgestoken heb van het vak.
In het literatuurdeel staan de namen van boeken en of artikelen die ik gebruikt heb voor dit verslag en/ of voor het vak. Er kunnen dus ook eventueel namen tussen staan die verder niet in het verslag gebruikt worden. Ik vind het belangrijk deze artikelen ook te noemen in de literatuurlijst, aangezien zij wel bijgedragen hebben aan het vormen van gedachtes over religie, religieus pluralisme en de daarbij behorende onderwerpen.
H2: Basisvragen in de antropologische kijk naar religieus pluralisme
Met welke vragen houdt de wetenschap antropologie zich bezig als men kijkt naar religieus pluralisme? Op deze vraag kunnen een heleboel vragen als antwoord gegeven worden, zowel brede als smalle vragen. Ik zal er hier een paar behandelen waarvan ik denk dat ze van belang zijn in de discussies over religieus pluralisme. Ik denk niet dat ik alle basisvragen te pakken heb, maar ik hoop wel een aantal van de belangrijke.
Ten eerste is er de wetenschappelijke discussie over wat religieus pluralisme nou eigenlijk precies inhoudt. Pluralisme betekend volgens mijn woordenboek (Van Nerum, Verbeek en Dierick 1997: 274) "het naast elkaar bestaan en samengaan van verschillende opvattingen en meningen". Religieus pluralisme houdt dan zoiets in als het naast elkaar bestaan en samengaan van verschillende religieuze opvattingen en meningen. Het deel over opvattingen en meningen is van belang om duidelijk te maken dat het hier om mensen gaat, die leven met hun eigen en andere religies. De feitelijke inhoud van een religie en eventuele andere werkelijkheden zijn minder belangrijk. Religieus pluralisme is in ieder geval iets dat aanwezig is zowel binnen als tussen religies.
Deze vraag heeft naast een wetenschappelijke kant ook een praktische kant, want wat houdt religieus pluralisme in voor de mensen die ermee te maken hebben? Hoe gaan zij om met een verscheidenheid aan religies. De reacties van mensen op religieus pluralisme impliceert dat mensen zich bewust zijn van de aanwezigheid van religieus pluralisme.
Ten tweede impliceert de term religieus pluralisme, dat er meerdere religies aanwezig zijn die met elkaar interacteren. Dit betekent dat er grensgebieden aanwezig zijn tussen religies. Dit kunnen geografische grenzen zijn, maar ook rationele grenzen. Hieraan gerelateerde vragen zijn: Wat zijn de grenzen en hoe breed of smal zijn deze? Hoe gaan mensen om met deze grenzen tussen religies, wat zijn hun reacties? Grenzen kunnen hierbij aan de ene kant heel vaag zijn, waarbij er sprake is van veel syncretisme. Aan de andere uiterste kunnen grenzen heel duidelijk zijn, waarbij er eerder sprake is van fundamentalisme. Als men dit in een driehoek zet zit in een volgende punt de reactie van desinteresse ten opzichte van religie, waarop een proces van secularisatie volgt.
Wanneer er sprake is van religieus pluralisme komt ook al snel de discussie over identiteit naar voren. Wanneer men niet geconfronteerd wordt met andere denkwijzen en/ of religies berust men zich in een bepaald zijn. Zoals een meisje uit een Oostblokland ooit in een nieuwsprogramma zei, dat als je geen vrijheid kent, je het ook niet naar kan willen. Dit zal pas gebeuren, als je weet wat vrijheid is en je weet dat je zelf niet vrij bent. Zo geld het ook voor religie. Zodra men in aanraking komt met andere religies gaat men bij zichzelf nadenken over de identiteiten van de eigen en de andere religies, wat de verschillen en overeenkomsten zijn. Men vormt zich hierbij een mening over hoe men wil reageren en waarom men wel of niet bij een bepaalde groep en religie wil horen. Men vormt zich dan een mening over de eigen identiteit en welke identiteit men wel of niet wilt hebben. Identiteiten hebben hierdoor de mogelijkheid om aan verandering onderhevig te zijn en kunnen binnen één persoon al verschillen naar situatie.
Een laatste vraag die ik hier behandel gaat over de relatie tussen religieus pluralisme en andere facetten van de samenleving, zoals politiek, economie, enz. Hierbij ga ik ervan uit, dat er zoiets als een samenhangend geheel als een samenleving is waarbij religie één van de meespelende actoren is. Het is niet mogelijk om als men een samenleving bestudeerd, daarbij alleen te kijken naar één facet van die samenleving zonder rekening te houden met de invloeden van de andere facetten op die samenleving. Dit zou een zeer eenzijdig onderzoek opleveren.
H3: Onderdelen van religieus Pluralisme
Er zijn verschillende manieren waarop het naast elkaar bestaan en samengaan van religies kunnen voorkomen. Bovendien zijn er verschillende reacties op religieus pluralisme mogelijk. De uitersten van deze reacties kunnen voorgesteld worden als in een driehoek. In de eerste punt staat de reactie van afkeer van andere religies en inkeer naar de eigen religie. Men spreekt dan ook wel van religieus fundamentalisme. In de tweede punt staat de interesse voor andere religieuze opvattingen, waarbij de eigen religie aangepast wordt aan andere religieuze opvattingen die men tegenkomt. Dit wordt ook wel syncretisme genoemd. In de derde hoek zit de desinteresse, men keert zich af van iedere vorm van religie. Dan is er sprake van secularisatie. Individuen en groepen zitten vaak ergens in deze driehoek en eigenlijk nooit geheel in een uiterste. Verder zijn de uitersten zelf ook niet zo definitief. Zo is bijvoorbeeld in fundamentalisme en secularisatie ook altijd nog sprake van een beetje syncretisme. Deze uitersten zouden in hun definitieve vorm niet kunnen bestaan. Hier vloeien ook de argumenten voort van de mensen die zeggen dat fundamentalisme, syncretisme en secularisme niet de juiste benamingen zijn voor de processen die zich voordoen in samenlevingen.
De laatste drie onderwerpen nieuwe religieuze bewegingen, zoals New Age, etniciteit en gender zijn onderwerpen die alledrie te maken hebben met het identiteitsvraagstuk. Deze onderwerpen laten alledrie zien dat er meerdere identiteiten mogelijk zijn, zowel binnen als tussen individuen en groepen. Verder zijn deze drie onderwerpen een bevestiging van het bestaan van religieus pluralisme.
Het onderwerp nieuwe religieuze bewegingen en New Age gaat in op de individualisering van identiteit. Personen kiezen zelf uit wat ze goed vinden van verschillende religies en maken zo hun eigen religie. Dit is ook een duidelijk voorbeeld van syncretisme, aangezien mensen religies laten samensmelten. Minder duidelijk is het ook een voorbeeld van secularisatie. Men is het namelijk niet meer eens met hoe de religies ‘officieel’ in elkaar steken. Men keert zich af van die ‘officiële’ versies.
Etniciteit gaat juist in op het groepsbelang van identiteit. Bovendien richt de etniciteitsdiscussie zich ook op de grenzen van identiteiten. Wat zijn de verschillen tussen wij en zij. Etniciteit is vanwege het belang van die grenzen een duidelijk voorbeeld van fundamentalisme.
Het genderonderwerp gaat in op het biologische verschil tussen mensen waarop culturele verschillen gebaseerd zijn. Wat betekend dat ook gender verschillende identiteiten teweeg kunnen brengen. Het is nog niet zo lang dat ingezien wordt, dat gender een belangrijke factor is in het begrijpen van processen in samenlevingen en religies.
H4: Religieus Pluralisme en Anouska
Als ik aan religieus pluralisme denk, gaan mijn gedachten niet in eerste instantie naar de opgedane kennis over de zogenaamde wereldreligies. Mijn gedachten gaan bij deze woordencombinatie naar het gebied waar ik opgegroeid ben. In dat gebied was men naar mijn idee allemaal schijnheilig (Woordenboek: In schijn deugdzaam). Men ging op zondags naar de kerk, 's morgens (voor de mensen die 'werkelijk geloofden, of zij die behoorlijk onder de plak van hun ouders zaten en wel moesten), 's middags (voor de mensen die niet die dag naar opa en/ of oma gingen) of 's avonds (voor degenen die de vorige avond net iets te diep in niet maar één glaasje gekeken hadden). Iedereen moest naar de kerk, was het niet van henzelf, dan van hun ouders, of van de gemeenschap.
In het stadje en haar omgeving zijn verschillende religies aanwezig, zoals protestanten, gereformeerden, streng gereformeerden (ook wel aangeduid met de benaming artikel), katholieken en sinds kort ook moslims. Deze religies leven naast en met elkaar en er is dus duidelijk sprake van religieus pluralisme. Mensen zonder een enkel geloof komen niet veel voor, zij worden ook niet geaccepteerd door de gemeenschap. Verder mag iedereen met elkaar bevriend zijn. Alleen op het gebied van partnerkeuze worden er restricties gesteld aan welke religie wel mag en welke niet. Deze restrictie worden echter wel steeds een beetje losser.
In het eerste opzicht lijkt religie in het gebied geen grote rol te spelen. Kijkt men echter dieper dan ziet men dat het hele leven is doordrenkt met religie. Dit is goed te zien in het gedrag van de lokale jeugd. Van jongeren in Nederland is bekend en wordt ook verwacht dat zij een rebellerende tijd doorgaan tegen het gezag van hun ouders in en de plaatselijke normen en waarden. Aan de rebellie van de jeugd in mijn geboorteplaats is te zien dat religie plaatselijk zeer belangrijk is. De jeugd zet zich af tegen religie door openlijk te vloeken en zich van de kerkbijeenkomsten af te keren. Als ze weer ouder worden vervaagt hun rebellie en geven ook zij zich over aan het geloof van hun ouders. Toen ik jong was zag ik dit voornamelijk als schijnheiligheid. Hoe kon je doordeweeks een geloof zo verachten en toch zondags braaf dat geloof weer heiligen? Als ik er nu over nadenk, is het volgens mij eerder een soort van leeftijdsgebonden secularisatie, die weer overgaat zodra men een volledig lid van de gemeenschap wil en kan zijn. Het is niet zo zeer een rebellie tegen het geloof, maar meer een rebellie tegen de gevestigde orde, die hen nog niet voor vol aanziet.
Dat het hele leven doordrenkt is met religie is ook te zien in andere secties van de samenleving, zoals de politiek en de economie. Zo is de samenleving nog steeds enigszins verdeeld in zuilen. Deze zuilen zijn niet meer zo sterk van elkaar gescheiden als vroeger, maar ze zijn met permeabele grenzen nog wel aanwezig. Winkels draaien op hun geloofsgemeenschap en op toerisme. Toen het gebied nog een eigen gemeente was, was ook in de politiek duidelijk te zien, dat religie een grote rol speelt in de regio. Zo zijn alle landelijke christelijke partijen in het gebied goed vertegenwoordigd en zijn de linkse partijen (beginnend bij de PvdA) zo goed als niet aanwezig. Aangezien grenzen hoewel minder duidelijk nog wel aanwezig zijn tussen de religies is er geen sprake van verregaande syncretisme. Aangezien de grenzen ook niet geheel duidelijk zijn, is er ook geen sprake van fundamentalisme. Er is ook geen sprake van een politiek conflict tussen de religies, wat ook weer fundamentalisme uitsluit. Er zijn echter wel verschillen tussen de religies in hoeverre ze meer syncretistisch zijn of juist meer fundamentalistisch.
Alle gemeenschappen zijn echter tegen secularisatie. Dat is dan ook een proces dat op de leeftijdsgebonden secularisatie na in een minimale mate voorkomt. Er zijn zeker openbare scholen aanwezig in het gebied, maar nagenoeg alle leerlingen van deze scholen behoren wel tot een religieuze gemeenschap.
Dit verhaal laat zien dat religie en het plurale aspect daarvan zeer belangrijk kan zijn in een samenleving. Religie is echter niet het enige wat een samenleving beïnvloed en identiteiten bepaald. Het is dan ook naar mijn mening niet apart te onderzoeken zonder ook de invloeden van de andere facetten mee te nemen in onderzoek. Om onder andere deze reden vindt ik het artikel van Jenkins (1997) zo goed, omdat hij goed laat zien dat religie vervlochten is met een samenleving, maar ook met andere aspecten van die samenleving. Religie beïnvloedt dus zo’n samenleving en de andere aspecten ervan, maar religie wordt ook op haar beurt beïnvloed door de samenleving en door de andere aspecten ervan.
Het is overigens heel grappig om in de verschillende teksten over de verschillende debatten te zien dat de debatten soms volledig langs elkaar heen lopen. Dat men in het ene debat vanuit een vaststaand standpunt uit een ander debat redeneert en de eigen visie beargumenteerd. Zo gaan Marty en Scott Appleby (1991: 815) er in het volgende citaat: "As movements of sustained opposition to the secularist attempt to position religion alongside other ideologies and value systems competing for a hearing in the public forum, fundamentalism resists, at least in principle, the reduction of religion to ideology alone and attempt to provide a thoroughgoing and integrated system that does not readily yield to the compartmentalizing tendencies of the modern social sciences." gegeven in een artikel, dat te plaatsen valt in het debat over fundamentalisme, ervan uit dat er zoiets als secularisering bestaat. Terwijl men het daar in het seculariseringsdebat nog helemaal niet over eens is.
Valt er inderdaad wat voor te zeggen, dat vaste punten in een betoog toch echt nodig zijn om ook een redenering op te kunnen zetten en een idee te beargumenteren om anderen van de eigen zienswijze te kunnen overtuigen. Gebeurt dit niet, dan heeft het eigenlijk verder geen nut om artikelen te schrijven en theorieën op te bouwen. Een erg postmodernistische visie wordt zo bestreden. Aan de andere kant heeft die postmodernistische visie niet helemaal ongelijk. Want hoever kan je gaan in het vaststellen van een aantal vooronderstellingen voor een betoog, terwijl men deze vooronderstellingen elders nog betwijfelt? Zou men zich niet, zoals Charles Darwin deed, wat langer moeten bezinnen op een betoog, een artikel, voordat men het uitgeeft. En hiermee proberen te voorkomen om al te snel onzekere vooronderstellingen te gebruiken.
Praktisch gezien is dit natuurlijk onmogelijk. Er zouden namelijk heel wat mensen hun baan mee kwijtraken, denk maar aan de uitgevers, bibliothecarissen, docenten en niet te vergeten de auteurs zelf. Een hele wetenschapstak zou uitsterven, alleen maar omdat de boeken niet meer te lezen zijn, omdat iedere vooronderstelling uittentreure uitgelegd en betwijfeld moet worden en studenten hier geen zin in hebben.
Ten slotte wil ik nog vertellen dat ik het een leuk vak heb gevonden. Het heeft mijn gedachten geprikkeld om op het ene moment een standpunt in te nemen en daar een goede redenering voor te vinden, om het volgende moment het standpunt te kunnen verwerpen met een totaal andere redenering. Ik heb ervan genoten om voor mij nieuwe discussies in het vakgebied tegen te komen. De artikelen erover kritisch te lezen en daarover gedachtes te vormen en te beargumenteren. Er komen steeds weer nieuwe ideeën in me op rondom het onderwerp religieus pluralisme welke dit verslag nog veel langer zouden kunnen maken. Ik wil echter niet in het zelfde patroon vallen als vele andere auteurs en zal eerst verder nadenken voordat ik erover schrijf.
Literatuur
Barker, Eileen
1999 New Religious Movements; Their incidence and significance. In: Bryan Wilson and Jamie Cresswell (eds.), New Religious Movements; Challenge and Response. London, New York: Routledge. Pp 15-31.
Baumann, Gerd
1995 The Lamps Are Many but the Light Is One? Processes of Syncretization in a Multi-ethnic Suburb of London. In: Göran Aijmer (ed.) Syncretism and the Commerce of Symbols. Gothenburg: IASSA. Pp 104-120.
Berger, Peter L.
1999 The Desecularization of the World: A Global Overview. In Peter L. Berger (ed.): The Desecularization of the world: Resurgent Religion and World Politics. Washington en Michigan: The Ethics and Public Policy Center en Wm. B. Eerdmans Publishing Co. pp 1-18
Bruce, Steve
1998 Cathedrals to Cults: The evolving forms of the religious life. In: P. Heelar (ed.) Religion, Modernity and Postmodernity. Oxford: Blackwell 1998. pp 19-35.
Brusco, Elizabeth
1993 The Reformation of Machismo: Asceticism and Masculinity among Colombian Evangelicals. In: Virginia Garrard – Burnett and David Stoll (eds.), Rethinking Protestantism in Latin America. Philadelphia: Temple University Press. Pp 143-158.
Casanova, José
1994 a Secularization, Enlightenment, and Modern Religion. In: Public Religions in the Modern World. Chicago and London: The University of Chicago Press. pp 11-39 and .
Casanova, José
1994 b Evangelical Protestantism: From Civil Religion to Fundamentalist Sect to New Christian Right. In: Public Religions in the Modern World. Chicago and London: The University of Chicago Press. Pp 135-166.
Davie, Grace
1999 Europe: The Exception That Proves the Rule? In: P.L. Berger (ed.) The desecularization of the world: Resurgent Religion and World Politics. Washington D.C. and Michigan: The Ethics and Public Policy Center and Wm. B. Eerdmans Publishing Co. pp 65-83.
Dawson, Lorne L. and Jenna Hennebry
1999 New Religions and the Internet: Recruiting in a New Public Space.
In: Journal of Contemporary Religion. Vol 14, Nr 1 1999. Pp 17-39.
Haynes, Jeff
1998 The Middle East: religions in collision. In: Religion in Global Politics. London and New York: Longman. Pp 125-147.
Heelas, Paul
1996 The New Age Movement; The Celebration of the Self and the Sacralization of Modernity. Oxford: Blackwell 1996. Hieruit: H1: Manifestations, H5: Uncertainties of Modernity. Pp 15-40, 135-152.
Jenkins, Richard
1997 The Cultural Stuff. In: Rethinking Ethnicity: Arguments and Explorations. London, etc.: SAGE. Pp 107-123.
Lawrence, Bruce B.
1998 From fundamentalism to fundamentalisms: a religious ideology in multiple forms. In: Paul Heelas (ed.), Religion, Modernity and Postmodernity. Oxford: Blackwell. Pp 88-101.
Marty, Martin E. and R. Scott Appleby
1991 Conclusion: An Interim Report on a Hypothetical Family. In: Martin E. Marty and R. Scott Appleby (eds.), Fundamentalism Observed. Chicago and London: The University of Chicago Press. Pp 814-842.
Neitz, Mary Jo
1993 Inequality and Difference: Feminist Research in the Sociology of Religion. In: William H. Swatus Jr. (ed.), A Future for Religion? New Paradigms for Social Analysis. Newburg Park, etc.: SAGE. Pp 165-184.
Nerum, A. van, M. Verbeek en G. Dierick
1997 Standaard Woordenboek Nederlands; Nieuwe Spelling. Antwerpen: N.V. Standaard Uitgeverij Antwerpen
Shaw, Rosalind and Charles Stewart
1994 Introduction: problematizing syncretism. In: C. Stewart and R. Shaw (eds.) Syncretism/ Antisyncretism; The politics of religious synthesis. London and New York: Routledge. Pp 1-26.
Veer, Peter van der
1994 Syncretism, multiculturalism and the discourse of tolerance. In: C. Stewart and R. Shaw (eds.) Syncretism/ Antisyncretism; The politics of religious synthesis. London and New York: Routledge. Pp 197-211.
Werbner, Pnina
1996 Stamping the Earth with the Name of Allah: Zikr and the Sacralizing of Space among British Muslims. In: Cultural Anthropology . American Anthropological Association. Nr. 11 (3): 309-338
Woodhead, Linda and Paul Heelas
2000 Difference: Gendered and Ethnic. In: Linda Woodhead and Paul Heelas (eds.), Religion in Modern Times, An Interpretive Anthology. Oxford: Blackwell. Pp 264-302.
Yalcin-Heckmann, Lale
1994 Are fireworks Islamic? Towards an understanding of Turkish migrants and Islam in Germany. In: C. Stewart and R. Shaw (eds.) Syncretism/ Antisyncretism; The politics of religious synthesis. London and New York: Routledge. Pp 178-195.