Etniciteit in de voormalige Soviet Unie.

Paperopzet 2 Tutor 2: Etniciteit, gender en identiteit

De periode tussen 1989 en 1991 is een periode waarin men in de communistische landen van Oost-Europa en de Sovjet Unie vele veranderingen doormaakt. Deze periode wordt in het westen bekend onder Gorbachovs benaming perestrojka. In deze periode probeert de centrale overheid onder leiding van Gorbachov meer openheid (glasnost) te brengen in de wetten en regels opgesteld door de Communistische Partij. De glasnost maatregelen leiden tot een steeds groter wordende oppositie tegen het communistische bewind. Er komen steeds meer veranderingen op alle gebieden van de samenleving. Deze veranderingen komen natuurlijk niet plotseling uit het niets en de perestrojka. Veelal hebben ze hun oorsprong in de communistische periode en soms zelfs nog veel eerder. Vanaf de perestrojka treden de veranderingen wel steeds meer op de voorgrond. Langzamerhand worden steeds meer mensen in het gehele voormalig communistisch sovjet gebied zich ervan bewust worden, dat er machtsverschuivingen plaatsvinden.

Ik ben geïnteresseerd in deze machtsverschuivingen. Zij zijn van invloed op mensen op zowel macro-, meso-, als micro-niveau. Deze machtsverschuivingen en de invloed ervan op mensen zijn het onderwerp van mijn paper. Ik wil dit onderwerp combineren met etniciteit en kijken naar de invloed van die machtsverschuivingen op de etnische identiteiten van bevolkingsgroepen als bijvoorbeeld ‘de’ Evenki in midden Siberië. Ik stel mijzelf in dit paper de volgende vraag:

Wat betekenen de politieke en economische machtsverschuivingen van tijdens en na de communistische periode in de voormalige Sovjet Unie voor de etnische identiteiten van Evenki bevolkingsgroepen in Midden-Siberie?

Inhoud

H1: Inleiding

H2: Theorie: Etniciteit

2.1: Etnische groepen en identiteit
2.2: Etnische groepen en identiteit in communistisch en post-communistisch Soviet Unie en Oost-Europa.
2.3: Conclusie

H3: Machtsverschuivingen in de voormalige Soviet Unie en Oost-Europa

3.1: Communisme
3.2: Perestroika en verder
3.3: Conclusie

H4: Het belang van politieke en economische machtsverschuivingen voor etnische identiteiten.

4.1: Evenki
4.2: Evenki en etnische identiteit

H5: Conclusie

5.1: Theoretisch uitgangspunt
5.2: Beantwoording van de hoofdvraag

Bibliografie





H1: Inleiding

De periode tussen 1989 en 1991 is een periode waarin men in de communistische landen van Oost-Europa en de Sovjet Unie vele veranderingen doormaakt. Deze periode wordt in het westen bekend onder Gorbachovs benaming perestrojka. In deze periode probeert de centrale overheid onder leiding van Gorbachov meer openheid (glasnost) te brengen in de wetten en regels opgesteld door de Communistische Partij. De glasnost maatregelen leiden tot een steeds groter wordende oppositie tegen het communistische bewind. Er komen steeds meer veranderingen op alle gebieden van de samenleving. Deze veranderingen komen natuurlijk niet plotseling uit het niets en de perestrojka. Veelal hebben ze hun oorsprong in de communistische periode en soms zelfs nog veel eerder. Vanaf de perestrojka treden de veranderingen wel steeds meer op de voorgrond. Langzamerhand worden steeds meer mensen in het gehele voormalig communistisch sovjet gebied zich ervan bewust worden, dat er machtsverschuivingen plaatsvinden.

Ik ben geïnteresseerd in deze machtsverschuivingen. Zij zijn van invloed op mensen op zowel macro-, meso-, als micro-niveau. Deze machtsverschuivingen en de invloed ervan op mensen zijn het onderwerp van mijn paper. Ik wil dit onderwerp combineren met etniciteit en kijken naar de invloed van die machtsverschuivingen op de etnische identiteiten van bevolkingsgroepen als bijvoorbeeld ‘de’ Evenki in midden Siberië. Ik stel mijzelf in dit paper de volgende vraag:

Wat betekenen de politieke en economische machtsverschuivingen van tijdens en na de communistische periode in de voormalige Sovjet Unie voor de etnische identiteiten van Evenki bevolkingsgroepen in Midden-Siberie?

Deze bevolkingsgroep heb ik als onderwerp uitgekozen, omdat het een groep is, waarvan de etniciteit gecreëerd is door Russische Etnologen aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw in wisselwerking met de bevolking van het gebied. Bovendien zijn de communistische overheden van de voormalige Sovjet Unie beleidsmatig bezig geweest om deze bevolking op haar etnische identiteiten te duiden en hieraan bepaalde rechten, plichten, vooroordelen, woonplaatsen en werkgelegenheid vast te plakken. Deze bemoeizucht en regels, opgelegd door de centrale overheid, hebben veel invloed op de bepaalde groepen. Maar ook het wegvallen van deze bemoeizucht en regels en de opkomst van nieuwe ideologieën laten hun sporen na in de identiteiten en het bewustzijn hierover van de mensen.

De politieke en economische machtsverschuivingen hebben te maken met wie wanneer aan de macht is op politiek en economisch gebied. Deze twee gebieden overlappen elkaar in de voormalige Sovjet Unie op zeer veel punten. Bovendien zijn ze samen met de machtsverschuivingen die zich afspelen op deze gebieden, zeer aanwezig in het dagelijks leven van de inwoners van de voormalige Sovjet Unie. Dit heeft voor een deel zijn oorsprong in het marxisme. Deze ideologie legt de nadruk op politiek en economie.

Verder heb ik het in de vraag ook over etnische identiteit. Ik zal in het volgende hoofdstuk uiteenzetten wat ik precies met deze termen bedoel. Ik wil hier een heel hoofdstuk aan wijden, omdat ik het te gecompliceerde begrippen vind voor maar een enkele alinea. In dat hoofdstuk zal ik eerst ingaan op de algemene discussie over etniciteit en op etniciteit in de voormalige Sovjet Unie. Deze twee debatten zijn de grond waarop ik mijn eigen ideeën over etniciteit bouw. 

In hoofdstuk drie kom ik weer terug op de machtsverschuivingen op voornamelijk macroniveau in de Sovjet Unie. Ik zal dan ingaan op de drie verschillende periodes die van belang zijn in dit proces: communisme, perestrojka en postcommunisme.

In hoofdstuk vier ga ik in op de case. Welke gevolgen hebben de machtsverschuivingen op macroniveau op het leven van de mensen en hun etnische identiteit op microniveau. Hierbij neem ik als voorbeeld ‘de’ Evenki bevolkingsgroep. Hoofdstuk vijf is de conclusie waarin ik nog weer in zal gaan op de hoofdvraag.


H2: Theorie: Etniciteit



2.1: Etnische groepen en identiteit

Het etnicitietsdebat is nog niet zo heel lang gaande. Volgens Jenkins (1998: 9) is het opgekomen sinds de tweede wereldoorlog. Volgens Sokolovskii en Tishkov (Sokolovskii en Tishkov in Barnard and Spencer 1998: 190) is het pas echt een discussieonderwerp geworden in de jaren zeventig. Er zijn tot nu toe drie stromingen in het denken over etniciteit. Dit is ten eerste het primordialisme, welke zegt dat etnische identificatie gebaseerd is op primordiale bindingen met een groep en of cultuur. De tweede stroming is het instrumentalisme welke de vorige stroming tegen gaat door te beweren, dat etniciteit voor politieke doeleinden gebruikt wordt door leiders en anderen in een pragmatische achtervolging van hun eigen belangen. De derde stroming is het constructivisme. Deze legt de nadruk op de toevallige samenloop van omstandigheden en de fluïditeit van etnische identiteit. In deze visie is het dus iets wat voortkomt uit de gegeven omstandigheden in plaats van primordiaal. Deze stroming maakt etnische identiteit ook mogelijk als onbewust actie i.p.v. de vooropgezetheid zoals geïmpliceerd in het instrumentalisme.

Tegenwoordig zijn er ook steeds meer auteurs (zoals bijvoorbeeld Jenkins 1998, Cornell and Hartman 1998), die de argumenten van deze kampen verenigen in hun visie op etniciteit. Hun voornaamste argument voor deze vereniging is, dat wij als sociale wetenschappers dan wel mogen zien dat etniciteit situationeel afhankelijk en veranderlijk is. Voor de mensen van onderwerp, 'de etnische groepering', is etniciteit juist wel iets primordiaals. Beide onderdelen zijn dan ook belangrijke kenmerken van etniciteit als begrip.

Naast deze elementen zijn er ook nog andere die van belang zijn in het begrip etniciteit. Barth (1969) heeft met zijn artikel een duidelijke kentering gemaakt in het denken over etniciteit. Hij geeft in zijn artikel aan dat men i.p.v. van te kijken naar de inhoud van etniciteit (cultural stuff), wat in zijn tijd nog gebruikelijk was, men zou moeten kijken naar de grenzen tussen etnische groepen. Hiermee maakt Barth het begrip etniciteit een relationeel en dynamisch begrip i.p.v. een statisch begrip.

In Jenkins hoofdstuk "The Cultural Stuff" (Jenkins 1998: 107-123) zegt hij in reactie op Barth, dat naast de etnische grens, welke de groep definieert, de inhoud, "cultural stuf", niet geheel vergeten mag worden en zeker meer van invloed op die etnische grens kan zijn, dan alleen als "boundarymarker". Hij haalt hierbij Handelman aan: "He suggests [...] that the 'categorical corporate holdings of culture', far from being irrelevant, specify 'a corporate history in time and space'. They tell a story about 'why the category is substantial and legitimate', providing group members with the elements of a "social biography" which connects "culture" and behaviour, and the past to the present'. This aspect of the cultural stuff is, argues Handelman, important for distinguishing ethnicity from other kinds of membership category." (Jenkins 1998: 107).


2.2: Etnische groepen en identiteit in communistisch en postcommunistisch Sovjet Unie en Oost-Europa.

Schrijvers in de voormalige Sovjet Unie, over dit gebied, keken voornamelijk naar etniciteit vanuit het primordiale perspectief. Tegenwoordig zien ook steeds meer auteurs (zoals o.a. Breslauer 1996) met het onderwerp Sovjet Unie identiteit als iets dynamisch en relationeel. Bovendien is identiteit een sociaal construct, wat wil zeggen dat mensen moeten leren welke identiteiten zij hebben. 

Waarom is identiteitsvorming in de hedendaagse Sovjet Unie dan zo speciaal? De reden hiervoor ligt in de grote politieke en daarmee samenhangende sociale en economische veranderingen, die hebben plaatsgevonden in de voormalige Sovjet Unie in de laatste decennia. Tijdens het communistische regime werden er een aantal criteria voorgeschreven vanuit de regering waaraan de identiteiten van de Sovjet burgers moesten voldoen. Het wegvallen van het communistische regime heeft het aantal mogelijkheden voor mensen om hun identiteiten te herdefiniëren enorm vergroot. Mensen in de Sovjet Unie zijn dan ook op zoek naar identiteiten die bij hen passen en waar zij zich comfortabel bij voelen (Bonnel 1996: viii). Dit zoeken naar een passende identiteit na een tijd van strikt voorgeformuleerde identiteiten en in een tijd van continue verandering zorgt volgens een aantal schrijvers (zoals o.a. Breslauer 1996) voor identiteitscrises.

Het ontstaan van etnische groepen in de voormalige Sovjet Unie is in de hand gewerkt door regels vanuit de centrale overheid tijdens de communistische periode. Met het wegvallen van die centrale overheid en haar zekerheden vanaf de perestrojka vinden er machtsverschuivingen plaats, waarbij men steeds meer de legitimatie voor de overname van lokale macht baseert op etnische achtergronden. Ook dit versterkt de creatie en het in stand houden van etnische groepen.


2.3: Conclusie

Uit de voorgaande paragrafen wordt wel duidelijk dat er heel veel kanten aan etniciteit en identiteit zitten. Niemand heeft een eenduidig antwoord op wat deze termen nou precies inhouden en alle auteurs vergeten in hun artikelen wel weer belangrijke elementen, die dan weer door anderen aangevuld worden. Mijn eigen ideeën over etnische identiteit zijn gebaseerd op wat ik allemaal gelezen en gehoord heb over de discussie rond deze term. Mijn ideeën over etniciteit zijn van belang voor dit paper. Echter is dit paper gebaseerd op literatuuronderzoek en is het dus belangrijk om in het achterhoofd te houden, dat andere auteurs er ook andere ideeën over etniciteit en identiteit op na kunnen houden. 

Laat ik beginnen met te zeggen dat naar mijn mening etniciteit een soort groepsidentiteit is. Dit wil zeggen, dat alleen een groep mensen een etniciteit kan hebben. Dit wil niet zeggen dat er in die groep geen individuen bestaan. Bovendien kan de groep aan de ene kant van de wereld zijn en een enkel groepslid aan de andere kant, waarbij de laatste zich ook kan noemen als behorend tot die etnische groep.

Verder is etniciteit een relationeel begrip. Een persoon of groep kan geen etniciteit hebben zonder dat daar een andere persoon of groep tegenover staat, waaraan of -tegen de persoon of groep zich kan identificeren. In zowel etniciteit als identiteit spelen grenzen een belangrijke rol. Hoe men deze grenzen invult is afhankelijk van plaats en tijd. Van belang is wel, dat ieder lid zich meer of minder vereenzelfigd met die grenzen en het gevoel heeft tot die bepaalde etnische groep te behoren. Bovendien moeten de grenzen ook door andere groepen worden aangeduid als aanwezig. 

Etniciteit en identiteit zijn verder sociale begrippen, wat wil zeggen dat identiteiten en etniciteiten geconstrueerd zijn door de mensen zelf en door de mensen aan de andere kant van de grens. Deze constructie hoeft echter niet bewust te gebeuren en kan zelfs als primordiaal aanvoelen. Ook is het voor de sociale wetenschappen van belang om te kijken naar welke invloed iemands identiteiten hebben op diens gedrag. Een identiteitsaspect kan heel interessant zijn, maar alleen die aspecten welke terugkomen in het bewustzijn en gedrag, zijn voor de sociale wetenschappen interessant om te bestuderen.


H3: Machtsverschuivingen in de voormalige Sovjet Unie en Oost-Europa



3.1: communisme

De machtsverschuivingen die zich hebben voorgedaan tijdens en na het communisme zijn hier in het westen het duidelijkst te zien geweest aan de politieke leiders, zoals onder andere Lenin, Stalin en Gorbatsjov. De leiders in de voormalige Sovjet Unie hebben met hun beleid duidelijk een stempel gezet op de machtsverhoudingen in het land. Het is namelijk een centraal bestuurd gebied, waarbij alle beslissingen in Moskou genomen worden. Het bestuur in Moskou is verder tijdens het communisme een zeer totalitair regime geweest. De leiders in Moskou staan aan het hoofd van het enorme land en aan hun ideeën dient gehoor gegeven te worden. Iedere leider had zo bijvoorbeeld weer zijn eigen ideeën over het bestaan van etniciteiten. Deze ideaalbeelden kwamen natuurlijk nogal eens in conflict met de werkelijkheid. Elke leider heeft dan ook geprobeerd op zijn manier dit conflict in bedwang te houden. 

Zo had Lenin het idee, dat iedereen gelijk aan elkaar moest zijn. In werkelijkheid kwamen er toch groeperingen, die zich wilden afscheiden als een nationaliteit en etniciteit. In reactie hierop stelde Lenin, dat deze groeperingen zelfbestuur mochten hebben, zodat de groeperingen via die weg alsnog tot een revolutie zouden komen (Carrére d'Encausse 1978: 40). Hierop werden er regionale narkomnats (soort van volksvertegenwoordigingen) ingevoerd. Deze moesten een soort intermediair worden tussen de centrale overheid en de lokale bevolkingsgroepen (Carrére d'Encausse 1978: 42,43).

Stalin wilde zelf alle touwtjes in handen hebben. Hij verkreeg zijn totalitaire macht doordat hij op alle belangrijke posten mensen had geplaatst die trouw aan hem waren. Dit betekende ook, dat de narkomnats niet meer de rol mochten spelen die ze tijdens Lenins bestuur hadden. De regionale elites welke in deze narkomnats terecht waren gekomen werden geliquideerd. Verder had Stalin een zeer primordialistisch idee over etnische groeperingen. Hierop is ook zijn beleid gebaseerd. Dus in tegenstelling tot Lenins ideeën was niemand opeens nog gelijk aan elkaar en iedereen was geboren in een etnische groep. Deze groepen zijn van nature al verschillend van elkaar, waardoor er een groepen rechten en plichten te verlenen zijn. Hierbij geld dat de Russische etniciteit in de hiërarchie bovenaan staat (Carrére d'Encausse 1978: 47-51, Breslauer 1996: 5). 

Breslauer (1996: 5) geeft aan dat door middel van dit totalitaire beleid alle aspecten van de menselijke identiteiten en de voormalige Sovjet Unie gedefinieerd worden door de heersers van het moment. Waarbij centra, waarin andere identiteiten gecreëerd (kunnen) worden, vernietigd worden. Zodat het 'gewone volk' niet in politieke opstand komt. De mensen werden murw gemaakt. Vanaf de periode van de heerschappij van Stalin lieten de leiders van het sovjet regime langzamerhand de strakste teugels een beetje vieren, hierbij komt langzaam de aftakeling van het sovjet regime naar voren. 

Ook Urban (1996) geeft in zijn artikel aan, dat er in de Sovjet tijd een zeer strikt omschreven identititeitenpakket bestond voor de 'sovjet burgers'. Alle andere identiteiten die buiten dit pakket vielen behoorden tot de identiteit van de vijand. Natuurlijk conflicteert dit idee van een universeel identiteitenpakket met de werkelijkheid. Urban zegt echter in tegenstelling tot Carrére d'Encausse, dat men in het niet doorvoeren van deze praktijk in de ideologie de ideologie in stand gehouden kon worden. Hierdoor kon de Sovjet overheid zijn autoriteit behouden. Gezien deze twee tegenstellende beweringen, denk ik dat in eerste instantie gekeken kan worden naar de overtuigende bewijsvoering die Carrére d'Encausse aanvoert voor het argument dat de sovjet leiders zeer zeker wel kijken naar wat er in de praktijk gebeurt. Anders kunnen zij de heerschappij over het gebied niet behouden. Aan de andere kant heeft Urban ook gelijk met te zeggen dat de ideologie nooit geheel overeenkomt met de praktijk. En ook dit komt wel naar voren in Carrére d'Encausse.



3.2: Perestroika en verder

Vanaf de val van het communisme en de jaren erna, heerste er chaos in Rusland. De staat verloor haar absolute macht, waardoor er een machtsvacuüm en een machtsverschuiving plaatsvond. Ten eerste verloor de centrale overheid haar macht om het gehele gebied centraal te blijven besturen. Dit betekent in dat er sprake is van een machtswisseling van personen. Bovendien is er sprake van een machtsverschuiving van het centrum naar de periferie. 

De machtswisseling van personen vind ook al tijdens het communisme plaats. In het begin (tijdens Lenin en Stalin) zijn het voornamelijk politieke personen, die de macht hebben. Echter door middel van het rechten systeem wat aan Partijlidmaatschap is verbonden is politieke macht verbonden met economische macht. 

Na de perestrojka kwam naar voren dat het communistische systeem niet werkte en het land enorm had verarmd. Men kwam tot de radicale conclusie dat het communisme en alles wat ermee verbonden was dus verkeerd was. Het moest anders, het liefst tegenovergesteld (Urban 1996: 144). De identiteiten van mensen moesten veranderen, maar ook het economische systeem moest veranderen. Men moest overschakelen naar een kapitalistisch systeem en alle staatsbedrijven moesten geprivatiseerd worden. Hierdoor ontstond er een extreem rijke bovenlaag van industriëlen.

Tegenwoordig komt politieke macht dan ook voort uit economische macht. De nieuwe regionale politieke machthebbers legitimeren hun lokale macht door middel van de etnische en nationale grenzen die al in de periode van Lenins heerschappij zijn ontstaan.

Mensen moeten zowel hun sociale identiteit veranderen, zichzelf publiekelijk herdefiniëren. Bovendien moeten ze ook nog op economisch vlak blijven overleven. Omdat de machthebbers hun autoriteit legitimeren op basis van etniciteit, is steeds meer te zien, dat mensen zichzelf definiëren langs die etnische lijnen (Breslauer 1996: 8,9). Aangezien ook de huidige machthebbers in verschillende en in onzekere posities staan en er nog steeds machtswisselingen plaatsvinden. Is er ook voor de 'gewone' mensen nog sprake van chaos in identiteitskeuze.



3.3: Conclusie

Vanaf het communisme is het nationaliteit- en daarmee verbonden etniciteitvraagstuk gekoppeld aan de ideologieën van het Sovjet communisme. Deze koppeling en de uitvoering ervan in het beleid laten zien waarom de machtsverschuivingen van invloed zijn op etnische identiteit. Dit wordt versterkt door de specifieke rechten, die vanaf de Stalinistische periode wel of niet verleend zijn aan een nationaliteit. Door het wel of niet verlenen van deze rechten en plichten is er een hiërarchie ontstaan langs die etnische lijnen.

Verder is te zien dat iedere leider zijn eigen primordialistische ideeen had over etniciteit. Deze primordialistische visies hangen samen met het masrxisme. Deze ideologie gaat namelijk uit van een voortbestemde lijn van ontwikkeling welke iedere natie en of volk zal volgen en uiteindelijk zal leiden tot een gelijkwaardige samenleving van het volk (Carrére d'Encausse 1978: 48). Echter doordat iedere leider weer zijn eigen primordialistische ideeen heeft over etniciteit, schuiven ze ook ieder weer andere ideaaltypische identiteiten naar voren. Dit op zichzelf leidt tot de constructie en verandering van onder andere etnische identiteiten.

Ik heb overigens in dit hoofdstuk de termen nationaliteit en etniciteit enigszins door elkaar gebruikt. Dit is niet bedoeld als verwarrend. Maar ik heb dit gedaan, omdat ik in de literatuur over het beleid ten opzichte van dit soort groeperingen voornamelijk de term nationaliteit tegenkwam. De manier waarop deze term in de teksten naar voren kwam, werd mij duidelijk dat men het hier ook over etnische groepen had en de twee termen in hun stukken elkaar overlappen. 


H4: Het belang van politieke en economische machtsverschuivingen voor etnische identiteiten.


4.1: Evenki

In dit hoofdstuk ga ik verder in op de casus van de Evenki etnische identiteit en de relatie tussen die identiteit en machtsverschuivingen op politiek en economisch niveau. Hierbij baseer ik mijn informatie over de Evenki voornamelijk op een boek 'Identity and Ecology in Arctic Siberia' (2000 a) en een artikel 'The Evenkis of Central Siberia' (2000 b) van Anderson. 

De Evenki bevolkingsgroep bestaat uit een aantal kleinere gemeenschappen welke leven in de regio's Turukhansk, Evenki en Taimir in het midden van Siberië. Dit volk bestaat van oudsher van het nomadische hoeden van rendieren. Door het migratieleven van de Evenki zijn ze ook al van oudsher in contact gekomen met andere bevolkingsgroepen en zijn er vele vermengingen ontstaan.

Op de vele migratieplaatsen ontstonden kleine dorpjes. Vanaf de jaren dertig werden de mensen verplicht in grotere gemeenschappen te gaan wonen, zodat de hulpvoorzieningen als scholen en ziekenhuizen goedkoper zouden kunnen worden. Bovendien is het gebied rijk aan natuurlijke mineralen. Wat een opkomst van industrieen in deze gebieden tot gevolg had. Steeds meer mensen uit de omgeving werden te werk gesteld in deze industriegebieden en in dienstensector. Ook kwamen er steeds meer hoog opgeleidde russische migranten in het gebied wonen. Enkele groepen Evenki moesten zich op collectieve boerderijen nog steeds bezighouden met het hoeden van rendieren, om de dorpen van eten te voorzien. Dit hoeden werd echter gebonden aan de boerderij en het dorp door middel van strikte regels. Door het toenemende contact met de dorpen en steden russificeerden de Evenki geleidelijk aan. Dit proces werd nog eens versterkt door het verplichte russische onderwijs dat hun kinderen in de dorpen (vaak op internaten) moesten volgen. Deze veranderingen leidden tot vervreemding van de eerdere levenswijze en de eigen taal.



4.2: Evenki en etnische identiteit

Hoewel ook de Evenki vaak een primordialistisch idee hebben over hun eigen etnische identiteit is deze wel aan verandering onderhevig. Deze veranderingen in zelfbeeld en in het beeld dat anderen van hen hebben zal ik in deze paragraaf laten zien aan de hand van een tijdslijn.

Voor het communisme waren er vele verschillende Evenki gemeenschappen, die zichzelf niet zozeer tot één bepaalde groep benoemden. Zij identificeerden zich voornamelijk naar hun beroep, zoals het hoeden van rendieren en naar hun manier van leven op de toendra. Woonde je in een dorpje, dan had je een andere identiteit dan als je op de toendra woonde, maar er waren ook verschillen tussen mensen die op de toendra leefden, dan werd er onderscheid gemaakt tussen de kwaliteiten die mensen hadden om op de toendra te kunnen leven. Verder werd er onderscheid gemaakt naar beroep en naar gebied waar je vandaan kwam.

Etnologen gaven deze verschillende groepen begin vorige eeuw meer algemene namen, zoals wij die nu nog kennen: de Evenki, de Dolgan, de Sakhas, etc. Aan de hand van hun etnografieen werden deze benamingen en bijbehorende kenmerken toegepast in het beleid vanuit de centrale overheid. Op deze manier werden deze benamingen steeds meer bekend en werd er ook lokaal steeds meer op deze manier onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen. Anderson geeft aan, dat het tegenwoordig alleen nog de ouderen zijn, die de eerdere identiteitsaanduidingen nog kennen. Het onderscheid tussen de groepen is minimaal en er wordt vaak van persoon op persoon besloten tot welke groepering men hoort. Dit kan dus betekenen dat iemand Dolgan in zijn of haar paspoort heeft staan, maar zichzelf Evenki noemt. 

Dit laatste voorbeeld geeft ook aan, dat men zich op twee manieren een identiteit aanmeet, op de russische officiele manier en op de onofficiele toendra manier. Deze twee identiteiten kunnen zeer tegenovergesteld aan elkaar zijn, dit leidt bijvoorbeeld tot het aannemen van meerdere namen, op verschillende plekken te gebruiken. Evenki basseren hun identiteit ook op hun relaties met andere 'volkeren', zoals de Dolgan en de Russen. Hierbij komt een identiteit vol met hierarchische tegenstellingen naar voren. Aan de ene kant wijzen zij op hun 'pure' Evenki afkomst, tegenover de gemixte (en daarmee geimpliceerde onechte) identiteit van de Dolgan en verlenen zij status aan dit onderdeel van hun identiteit. Aan de andere kant worden ze door de Russische overheersers gezien als minderwaardig vanwege hun beroep en staan zij in de sovjet hiërarchie nog onder de 'beter aanpassende' Dolgan. Echter om het nog iets gecompliceerder te maken kregen de Evenki vanuit de Russische overheid de stempel van schaars volk opgedrukt. Dit had niks te maken met hun aantal, echter wel met de bepaalde privileges die bij deze benaming horen. Deze hiërarchische tegenstellingen komen tot uiting in een soort etnische strijd tussen de Dolgan en de Evenki. Waarbij de Evenki zich identificeren met de toendra en de Dolgan met het dorp. In het dorp ligt de macht van de Russische overheid, echter op de toendra ligt de macht van de voedselvoorziening. 

Sinds de economische crises vallen echter steeds meer banen in het dorp weg. De Russische bovenlaag vertrekt uit de dorpen en laat daarbij de arme lokale bevolking achter. Verder zijn de Evenkische herders door de russificatie steeds meer vervreemd van de oude gebruiken rond het rendier hoeden. Samen met de vervuiling van de industrie en de daarmee samenhangende wijziging van de rendiermigratie, verliezen de herders steeds meer rendieren uit hun kuddes. Steeds meer tamme rendieren moeten opgeofferd worden als voedselvoorziening (terwijl voedselvoorziening eerst altijd gezocht werd in de wilde kuddes rendieren en de tamme rendieren voor wol zorgden), wat ook weer leidde tot een verkleining van de tame kuddes. De economische en politieke crisi die de voormalige Sovjet Unie nu teisterd kunnen de Evenki voelen in hun maag.

Het kleine beetje status en de sociale zekerheid dat de Evenki verkregen hebben van de overheid tijdens de communistische periode met het goed kunnen hoeden van rendieren, is nu met de politieke en economische crises verdwenen. Anderson (2000 b) geeft in zijn artikel aan, dat de evenki veel lijden onder de machtsverschuivingen. Er is nu voor het eerst in zeer lange tijd bijvoorbeeld sprake van ondervoeding. Maar er is ook door de russificatie tijdens het communisme sprake van vervreemding van de eigen cultuur. De machtsbasis voor de Evenki is verplaatst naar het autonome district Evenki. Hier ontstaan steeds meer bewegingen om 'de Evenki cultuur' te 'redden'. Binnen dit autonome district krijgen Evenki bevolkingsgroepen steeds meer voorrang op andere 'allochtone' groepen (zoals de Russen).





H5: Conclusie



5.1: Theoretisch uitgangspunt

Ik heb naar mijn hoofdvraag gekeken vanuit een constructivistisch oogpunt. Dit wil zeggen dat etnische identiteit hoewel door de mensen zelf misschien bezien als een primordialistisch gegeven, altijd een constructie is, gecreerd door deze mensen en de mensen en groepen waar zij mee te maken hebben. 

Etnische identiteit is een soort groepsidentiteit. Dat wil zeggen dat één individu alleen nooit een etniciteit kan hebben, een aantal individuen samen, een groep vormend, wel. Het wil ook zeggen, dat er geen sprake kan zijn van maar één groep, maar minimaal twee, aangezien individuen zich altijd identitficeren met een groep en tegen een andere groep. Bovendien hebben andere groepen veel inbreng in de identiteitsvorming van één groep. Dit laat zien dat etnische identiteit ook een relationeel concept is. 

Deze twee aspecten van constructie en interactie zorgen ervoor dat etnische identiteit ook nog eens aan verandering onderhevig is. In dit paper heb ik geprobeerd deze drie aspecten van etnische identiteit te laten zien in het beleid van de voormalige Sovjet Unie ten opzichte van etnische groepen en in de Evenki samenleving




5.2: Beantwoording van de hoofdvraag


Mijn hoofdvraag van dit paper was:

Wat betekenen de politieke en economische machtsverschuivingen van tijdens en na de communistische periode in de voormalige Sovjet Unie voor de etnische identiteiten van Evenki bevolkingsgroepen in Midden-Siberie?

Het eerste antwoord at ik wil geven is simpelweg 'heel veel'. Echter de uitleg hiervan is niet zo simpel. Het begint eigenlijk met de constructie van een Evenki etnische identiteit in relatie met etnografische onderzoeken van wetenschappers. Deze identiteit veranderd naarmate het beleid van de centrale overheid veranderd. Er komt een scheiding tussen een officiele etnische identiteit welke het beleid vanuit de centrale overheid volgt en een onofficiele etnische identiteitwaarin men probeert de 'oude' toendra te behouden. Echter met de russificatie versmelten deze identiteiten langzamerhand met elkaar om compromissen te vinden tussen de eisen die de overheid stelt en de mogelijkheden die de toendra biedt.

De Evenki hebben niet alleen te maken met de Russische overheid, maar ook met andere bevolkingsgroepen, zoals de Dolgan en de geimmigreerde Russen. Deze groepen staan in wisselwerking met elkaar en onderling en apart met de Russische overheid. Dit leidt voor de Evenki tot verschillende, hierarchische en elkaar soms tegensprekende elementen in hun etnische identiteit. 

Met het wegvallen van de machtsbasis van de Russen in Moskou en de veranderingen van machtsposities van het centrum naar de periferie, hebben ook de Evenki te maken met veel veranderingen. Zij merken dit in eerste instantie in het wegvallen van economische zekerheden. Ondervoeding speelt nu voor het eerst sinds tijden weer een rol. Aan de andere kant komen er vanuit de Evenki autonome regio geluiden om de etnische Evenki identiteit te versterken. Hier bij probeert men terug te gaan naar de 'roots', en de oude manier van leven weer terug te vinden. Ook hecht men veel belang aan het weer leren van de Evenki taal.





Bibliografie


Anderson, David G.
2000 a Identity and Ecology in Arctic Siberia: The Number One Reindeer Brigade. Oxford: Oxford University Press.

Anderson, David G.
2000 b The Evenkis of Central Siberia. In: Milton M.R. Freeman (ed.): Endangered Peoples of the Arctic: Struggles to Survive and Thrive. Westport (Connecticut), London: Greenwood Press. Pp 59- 73.

Barnard, Alan and Jonathan Spencer (ed.)
1998 Encyclopedia of Social and Cultural Anthropology. London and New York: Routledge.

Barth, Fredrik
1969 Introduction. In: Fredrik Barth (ed.), Ethnic Groups and Boundaries. The Social Organization of Cultural Differences. 
Bergen and Oslo: Universitets Vorlaget/ London: George Allan & Unwin. Pp 9-38.

Breslauer, George W.
1996 Identities in Transition: An Introduction. In: Victoria E. Bonnel, (ed.), Identities in Transition: Eastern Europe and Russia after the Collapse of Communism. 
Berkely: University of California. Pp 1- 12
http://escholarship.cdlib.org/ias/bonnell/bonnell_toc.html

Bonnel, Victoria E. (ed.)
1996 Preface. In: Victoria E. Bonnel, (ed.), Identities in Transition: Eastern Europe and Russia after the Collapse of Communism. 
Berkely: University of California. Pp vii- ix.
http://escholarship.cdlib.org/ias/bonnell/bonnell_toc.html

Carrère d'Encausse, Hélène 
1978 Determinants and Parameters of Soviet Nationality Policy. In: Jeremy R. Azrael (ed.): Soviet Nationality Policies and Practices. London, etc.: Preager Publishers. Pp 39- 59. 

Cornell, Stephen and Douglas Hartman
1998 Fixed or Fluid? Alternative Views of Ethnicity and Race. In: Ethnicity and Race: Making Identities in a Changing World. Thousand Oaks, etc. Pine Forge Press. Pp 39- 71.

Jenkins, Richard
1998 Rethinking Ethnicity. London, etc.: SAGE Publications.

Urban, Michael
1996 Stages of Political Identity Formation in Late Soviet and Post-Soviet Russia. In: Bonnel, Victoria E. (ed.): Identities in Transition: Eastern Europe and Russia After the Collapse of Communism.
Berkeley: University of California. Pp 140-154. 
http://escholarship.cdlib.org/ias/bonnell/bonnell_toc.html

Friday 08 February 2002 - 1:45 pm | | Culture and behaviour, All
Used tags: , ,